Poëzie Yvonne Né verzameld

UIT EEN DUIZELEND
GEHEIM ONTSTAAN

Door Bert Bevers

Yvonne Né is in ons taalgebied misschien niet een van de bekendste maar wel een van de betere dichteressen. Haar bundels staan borg voor een poëzie die een amalgaam van beleving en verbeelding is, op het kruispunt van experiment en traditie. Haar dichterlijk werk is nu bijeengebracht in Hier mag niets af zijn - Verzamelde gedichten 1990-2005. De kloeke bloemlezing bevat vroeg werk, tot nu toe ongebundelde verzen alsmede integrale bundels als dun land (haar in 1994 verschenen officiële poëziedebuut) en dans is een eland.
Het is, om maar met de deur in huis te vallen, een prachtig boek. Yvonne Né (˚ Goes, 1958) heeft een geheel eigen stijl ontwikkeld, die amper verwant is aan andere poëzie. In die geheel eigen stijl valt ook steeds haar hand te herkennen, en dat kan al gelden als een definitie van kwaliteit.
Van een centrale thematiek is niet echt sprake maar constante factoren zijn beslist de natuur (het ruikt er naar nat hout / - o onze tuin is zo / robuust, vol sterke bomen luidt het al in hars, het eerste gedicht van de openingsafdeling aanloop (1990-1993), dieren (ik noem: bijen, hazen, honden, langpootmuggen, leeuwen, lijsters, olifanten, ribkwallen, schollen, slakken, spechten, spinnen, straaldiertjes, vlinders, wespen, zeeëgels en zwaluwen) en de jeugd (Nu jij, kom nu maar bovendrijven. // Daar, voor de rest van je leven en Ze veilen het gras nog. / Ze veilen kinderjaren voor vreemd / kwaad - ze veilen elk seizoen -). Een voorbeeld van die laatste constante:

Het strand van de kinderjaren

ik hield mijn hart
aan de borst van de zee

de korrels metselde ik
tot dromen en kastelen aaneen

mijn glimlach de mortel

maar de golven
leefden zo snel

Ik kan me volledig vinden in wat een juryrapport ooit over haar werk meldde: ‘Het poëtische werk van Yvonne Né balanceert tussen twee elementaire werkelijkheden: de realiteit van het leven en de verbeelding ervan. Steeds weer lijkt er sprake te zijn van een overgangssituatie, waarin aarzelend nieuwe realiteiten worden verkend, terwijl van de oude nog geen afstand is gedaan. Daardoor is alles voortdurend in beweging.’

Door het ganse boek is sprake van een intimistische zegging en originele beeldspraak. Yvonne Né is er van doordrongen dat we allemaal onderdeel zijn van een geheel dat niet altijd eenvoudig te duiden is: In echo's leef je, / van de ongenaakbare feiten / uit een duizelend geheim / ontstaan. Alles kan haar inspireren. Een greep: De bijbel (Aan een verdrijving denk je niet - / je bent als onnozel kind / dit vreemde oord van vergelijking binnengekomen uit verdrijving uit de hof, naar Genesis), een leeszaal (in een bibliotheek), 100 jaar Nederlands stoelontwerp (Zonder zitter is een stoel een teken uit stoelendans), schaftende bouwvakkers (Straks gaan verhaal en vers / door deze poort, / metselstenen / in andere spraken [...] uit bouwerspauze tijdens restauratie uitgevershuis), inzicht in de diepte van de geschiedenis (Het is een oude september en / naamloos uit roddel, prehistorisch) of discjockey Tiësto (Temt-ie de tienduizend? / We zijn er bij. uit Tiësto).
Vaak hanteert ze een vrije versvorm, maar soms legt ze zich een strak schema op. In dans is een eland bijvoorbeeld, waarin volgens strenge a-b-a-b-regels gerijmd wordt. Of in het oor de bij waarin ze zich door de wetten van de haikoe laat leiden: telkens drie regels van respectievelijk vijf, zeven en vijf lettergrepen. Een voorbeeld:

Een tak is rivier
en brug. Dan loopt de inkt uit:
een vogel strijkt neer.

De dichteres heeft ook gevoel voor humor, getuige deze 'haikoe', waarin de vijf-zeven-vijf-motor hapert:

Niet ik - de weg dwaalt,
de wolk staat stil, het bos is lek,
het regent in -ay -

Né evoceert en suggereert, en legt zelden iets expliciet op. Daardoor krijgt de lezer een meer actieve rol toebedeeld dan bij de meeste poëzie het geval is. Voor Yvonne Né is het kijken, het trachten de vragen daarbij te formuleren van wezenlijker belang dan te proberen er te beantwoorden. Ze is een degelijke dichteres die geen kunstgrepen nodig heeft maar met eenvoudige middelen veel effect weet te bereiken: Je likt aan de wandelende sterren op iemands buik. / Er is een gloeidraad wiegend in luchtledig. / Het is onmogelijk. Maar je mag.

dag

Dag. Er is licht. Er is blijk
van wijd land. Alleen soms gewas
werpt een wal op tegen verten
blauwer, vager, haast lucht.
Leen de plek, ook ik zat er eens.
Kijk. Stilte maakt velden
nog wijder.

Een toren is windstrek
een stad nog enkel gedachte.
Uitzicht trekt toe of opent
seizoenen, lucht strijkt
oren en gras. Snaren te over.
Hoor. Zo stil of je doof bent
en daarom te horen.

Dat ze heel beeldend kan zijn mag natuurlijk geen verwondering wekken want behalve dichter is Né ook beeldend kunstenaar. Ze studeerde schilderen, tekenen en monumentale vormgeving aan de Academie Sint-Joost in Breda, haar woonplaats. Ik mag graag kijken naar haar sprankelende grafiek en tekeningen (hierboven en hieronder zijn daarvan voorbeelden te zien), veelal in zwart-wit. In Hier mag niets af zijn is behalve poëzie ook een ruimhartige greep uit haar beeldend werk opgenomen. Het zijn twee autonome vormen van zegging, die onloochenbaar verwant zijn zonder dat dit ergens te stellig wordt.
Dat ze iets met beeldende kunst van anderen heeft blijkt uit veel gedichten. Zo liet ze zich voor heel wat verzen inspireren door Rembrandt van Rijn (Het is er niet leeg. / In elke hoek is iets gaande, / heeft zijn hand nog iemand ontdekt.). Maar ook zetten via diens werk wetenschappers als Descartes, Stevin (Alles is er in de weegkunst, vraag: / wil er wel taal voor zijn?) en Spinoza haar pen in beweging. Daarnaast zijn er steden of elementen daaruit (Leiden, Breda, de Onze-Lieve-Vrouwekerk en het Begijnhof in die stad) die prachtige regels opleverden.

Het is een rijke bundel, zowel in zijn veelheid aan onderwerpen als in de aanpak van de taal. Sommige gedichten geven een korte impressie van een stuk realiteit, andere lijken een eigen leven te zijn gaan leiden. Né, een dubbeltalent sui generis, verspringt soms van perspectief en techniek maar blijft onmiskenbaar Né! Het is een goede zaak dat de poëzie die ze tot nu toe schreef in één band voorhanden is.

Y. Né, Hier mag niets af zijn - Verzamelde gedichten 1990-2005, Uitgeverij De Geus, Breda, 2009, ISBN 978 90 445 1392 9, € 24,90